Algemene voorwaarden

 Algemene voorwaarden EU-Roots Uitzendbureau B.V.

Versie 2024

ARTIKEL OMSCHRIJVINGPAGINA

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

1. Definities …………………………………………………………………………………………………………………..

2. Toepasselijkheid van deze algemene voorwaarden …………………………………………………………

3. Totstandkoming van de Inleenovereenkomst ………………………………………………………………..

4. Wijze van facturering ………………………………………………………………………………………………….

5. Betalingsvoorwaarden ………………………………………………………………………………………………..

6. Ontbinding ………………………………………………………………………………………………………………..

7. Aansprakelijkheid ……………………………………………………………………………………………………….

8. Overmacht …………………………………………………………………………………………………………………

9. Geheimhouding ………………………………………………………………………………………………………….

HOOFDSTUK 2. VOORWAARDEN VOOR HET TER BESCHIKKING STELLEN VAN UITZENDKRACHTEN

10. Het inlenen van Uitzendkrachten …………………………………………………………………………………

11. Inhoud en duur van de Inleenovereenkomst en de terbeschikkingstelling(en) ……………………

12. Het Inlenerstarief, (uur)beloning en overige vergoedingen ………………………………………………

13. Informatieverplichting Inlener ………………………………………………………………………………………

14. De civiele ketenaansprakelijkheid voor loon …………………………………………………………………..

15. Aangaan (rechtstreekse) arbeidsverhouding door Inlener met de Uitzendkracht ………………..

16. Selectie van Uitzendkrachten, Anti-discriminatie en Vacaturemeldingsplicht………………………..

17. Zorgverplichting Inlener en vrijwaring jegens de Uitzendonderneming ………………………………..

18. Identificatie en persoonsgegevens ………………………………………………………………………………..

19. Auto van de zaak en bedrijfssluiting ………………………………………………………………………………

HOOFSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

20. Toepasselijk recht en bevoegde rechter ………………………………………………………………………..

21. Slotbepalingen ……………………………………………………………………………………………………………

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Definities

In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder:

1.1 Uitzendonderneming: EU-Roots Uitzendbureau B.V., gevestigd te (5144 MB) Waalwijk aan de Elzenweg 33a, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer: 75536196.

1.2 Uitzendkracht: iedere natuurlijke persoon die op basis van een Uitzendovereenkomst ex artikel 7:690 BW, niet zijnde de payrollovereenkomst ex artikel 7:692 BW, werkzaamheden verricht ten behoeve van de Inlener. De Uitzendkracht is door de Uitzendonderneming gealloceerd en verricht tijdelijk en op een non-exclusieve basis werkzaamheden bij de Inlener.

1.3 Inlener: iedere natuurlijke of rechtspersoon die zich door tussenkomst van de Uitzendonderneming voorziet van een of meerdere Uitzendkrachten of hiertoe een Aanbieding opvraagt bij de Uitzendonderneming.

1.4 Partijen: de Uitzendonderneming en de Inlener gezamenlijk.

1.5 Inleenovereenkomst: de overeenkomst tussen een Uitzendonderneming en een Inlener op basis waarvan de Uitzendkracht ter beschikking wordt gesteld voor het verrichten van werkzaamheden op een non-exclusieve basis ten behoeve en onder leiding en toezicht van een Inlener.

1.6 Aanbieding: elk mondeling of schriftelijk aanbod van de Uitzendonderneming en de Inlener.

1.7 Inlenerstarief: het bedrag per tijdseenheid dat de Inlener aan de Uitzendonderneming verschuldigd is voor de terbeschikkingstelling van de Uitzendkracht. Het omvat de kosten van de arbeid waaronder loonkosten, loonheffing en sociale premies, alsmede een marge voor de dienstverlening van de Uitzendonderneming.

1.8 Uitzendovereenkomst: de arbeidsovereenkomst ex artikel 7:690 BW, waarbij de Uitzendkracht door de Uitzendonderneming non-exclusief ter beschikking wordt gesteld van een Inlener om krachtens een door deze met de Uitzendonderneming gesloten Inleenovereenkomst arbeid te verrichten onder leiding en toezicht van die Inlener, niet zijnde een payrollovereenkomst ex artikel 7:692 BW.

1.9 Uitzendbeding: het beding in de Uitzendovereenkomst op grond waarvan de terbeschikkingstelling van de Uitzendkracht bij de Inlener op verzoek van de Inlener teneinde komt en op grond waarvan de Uitzendovereenkomst direct van rechtswege eindigt indien de ABU-cao dit toestaat.

1.10 Inlenersbeloning: de bij de Inlener geldende beloning voor werknemers in dienst van de Inlener in een gelijke of gelijkwaardige functie zoals uitgeoefend door een Uitzendkracht, bestaande uit de navolgende loonelementen:

a. uitsluitend het geldende periodeloon in de schaal;

b. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting;

c. alle toeslagen voor werken in onregelmatigheid en/of onder (fysiek) belastende omstandigheden samenhangend met de aard van het werk. Te denken valt aan (niet limitatief): overwerk, werken op avond-, weekenden feestdaguren, verschoven uren, ploegendienst, lage en/of hoge temperaturen, gevaarlijke stoffen, vuil werk;

d. initiële loonsverhoging vanaf hetzelfde tijdstip en met dezelfde omvang als bij de Inlener;

e. kostenvergoedingen (voor zover de Uitzendonderneming deze vrij van loonheffing en premies kan uitbetalen);

f. periodieken (hoogte en tijdstip als bij de Inlener bepaald);

g. vergoeding van reisuren en/of reistijd verbonden aan het werk (tenzij de reisuren of

reistijd reeds als gewerkte uren worden aangemerkt);

h. eenmalige uitkeringen, ongeacht het doel of de reden van de uitkering. Met eenmalige

uitkeringen worden geen periodiek repeterende uitkeringen bedoeld;

i. thuiswerkvergoedingen, waarbij het deel van de vergoeding dat niet bij wet gericht is

vrijgesteld bruto wordt uitgekeerd;

j. vaste eindejaarsuitkeringen (hoogte, tijdstip en voorwaarden zoals bij de Inlener bepaald).

Op basis van de cao waaraan de Inlener is gebonden, kunnen aanvullende componenten gelden voor de Inlenersbeloning, waaronder doch niet uitsluitend, Uitzendkrachten die ter beschikking worden gesteld aan een onderneming die valt onder de Cao Bouw & Infra.

1.11 ABU-cao: de meest recente Cao voor Uitzendkrachten van de ABU.

1.12 Stichting PAWW: de Stichting Private Aanvulling WW & WGA.

1.13 CAO PAWW: de collectieve arbeidsovereenkomst Private Aanvulling WW & WGA voor de sector uitzendbranche.

1.14 Vertrouwelijke Informatie: alle informatie die betrekking heeft op het bedrijf en de aangelegenheden van een der Partijen en/of aan een van hen gelieerde onderneming(en), waaronder valt te verstaan informatie die betrekking heeft op de identiteit van het bedrijf en de aangelegenheden van klanten, relaties en opdrachtgevers alsmede de potentiële klanten, relaties en opdrachtgevers, en die beschouwd wordt, of redelijkerwijs beschouwd zou kunnen worden, als vertrouwelijk, ongeacht of die informatie nu wel of niet als ‘vertrouwelijk’ is aangemerkt.

1.15 BW: Burgerlijk Wetboek.

1.16 Wav: Wet arbeid vreemdelingen.

1.17 Atw: Arbeidstijdenwet en aanverwante wet- en regelgeving.

1.18 Arbowet: Arbeidsomstandighedenwet en aanverwante wet- en regelgeving.

1.19 AVG: De Algemene Verordening Gegevensbescherming en de daaraan verwante wet- en regelgeving.

Waar in deze algemene voorwaarden begrippen worden gehanteerd die betrekking hebben op personen die in de mannelijke vorm zijn gesteld gelden ze ook voor vrouwen of non-binaire personen en dienen in deze begrippen de daarmee corresponderende aanspreekvormen te worden gelezen.

Artikel 2. Toepasselijkheid van deze algemene voorwaarden

2.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op iedere Aanbieding van de Uitzendonderneming aan, en op iedere Inleenovereenkomst tussen de Uitzendonderneming en een Inlener waarop de Uitzendonderneming deze algemene voorwaarden van toepassing heeft verklaard, alsmede op de daaruit voortvloeiende leveringen en diensten van welke aard dan ook tussen de

Uitzendonderneming en een Inlener, voor zover van deze algemene voorwaarden niet door Partijen nadrukkelijk schriftelijk is afgeweken.

2.2 De Inlener met wie eenmaal op deze algemene voorwaarden is gecontracteerd, wordt geacht

stilzwijgend met de toepasselijkheid daarvan op een later met de Uitzendonderneming gesloten

Inleenovereenkomst in te stemmen.

2.3 De Uitzendonderneming is niet gebonden aan algemene voorwaarden van de Inlener, algemene

voorwaarden van de Inlener zijn niet van toepassing en worden uitdrukkelijk van de hand gewezen

door de Uitzendonderneming.

2.4 Deze algemene voorwaarden kunnen op enig moment worden gewijzigd dan wel worden

aangevuld. De gewijzigde algemene voorwaarden gelden vervolgens ook ten aanzien van reeds

gesloten Inleenovereenkomsten, met inachtneming van een termijn van een maand na schriftelijke

bekendmaking van de wijziging.

2.5 De weigering of het nalaten van de Uitzendonderneming om op enig moment gebruik te maken van

gemaakte afspraken of een of meer afspraken af te dwingen, wordt niet geacht een

afstandsverklaring te behelzen ter zake van deze rechten of het recht om deze algemene

voorwaarden alsnog af te dwingen.

2.6 Annulering door de Inlener, vóór aanvang van de uitvoering van de Inleenovereenkomst, is slechts

mogelijk indien de Uitzendonderneming daarmee instemt. Alsdan is de Inlener aan de

Uitzendonderneming ten minste 30% van het overeengekomen Inlenerstarief voor de

overeengekomen duur van de betreffende opdracht verschuldigd.

2.7 Indien de Inlener korter dan 5 dagen vóór de afgesproken datum van inzet van de Uitzendkracht

annuleert, zal de Inlener het volledige overeengekomen tarief voor de overeengekomen duur van

de betreffende opdracht aan de Uitzendonderneming moeten betalen, tenzij partijen uitdrukkelijk

schriftelijk anders zijn overeengekomen.

2.8 De Inlener is tegenover derden aansprakelijk voor de gevolgen van de annulering en vrijwaart de

Uitzendonderneming terzake.

Artikel 3. Aanbiedingen en de totstandkoming van de Inleenovereenkomst

3.1 Alle Aanbiedingen van de Uitzendonderneming zijn vrijblijvend en kunnen op elk moment door de

Uitzendonderneming worden herroepen, ook indien de Aanbieding een termijn voor aanvaarding

bevat.

3.2 De Uitzendonderneming kan niet aan haar Aanbieding worden gehouden indien de Inlener

redelijkerwijs kan begrijpen dat de Aanbieding, dan wel een onderdeel daarvan, een kennelijke

vergissing of verschrijving bevat.

3.3 De Inleenovereenkomst komt tot stand door schriftelijke aanvaarding van de Aanbieding door de

Inlener of doordat de Uitzendonderneming feitelijk Uitzendkrachten ter beschikking stelt aan de

Inlener.

3.4 De specifieke voorwaarden waaronder de Uitzendkracht door de Uitzendonderneming ter

beschikking wordt gesteld aan de Inlener zijn opgenomen in de Inleenovereenkomst.

3.5 Een wijziging of aanvulling van de Inleenovereenkomst wordt pas van kracht nadat deze door de

Uitzendonderneming schriftelijk is bevestigd.

Artikel 4. Wijze van facturering

4.1. De facturen van de Uitzendonderneming zijn, tenzij anders overeengekomen, gebaseerd op de

ingevulde en door de Inlener voor akkoord bevonden tijdverantwoording, alsmede het

Inlenerstarief en eventueel bijkomende toeslagen en (on)kosten.

4.2. De Inlener is verantwoordelijk voor de juiste, tijdige en volledige invulling en accordering van de

tijdverantwoording. De accordering vindt plaats via (digitale) ondertekening van de

tijdverantwoording, tenzij schriftelijk anders overeengekomen. Bij de tijdverantwoording wordt

een onderscheid gemaakt tussen gewone gewerkte uren, overwerkuren en toeslaguren (indien van

toepassing).

4.3. Bij verschil tussen de bij de Uitzendonderneming ingeleverde tijdverantwoording en de door de

Inlener behouden gegevens daarvan, geldt de bij de Uitzendonderneming ingeleverde

tijdverantwoording als juist, tenzij de Inlener het tegendeel aantoont.

4.4. Als de Uitzendkracht de gegevens van de tijdverantwoording betwist, kan de Uitzendonderneming

het aantal gewerkte uren en overige kosten factureren volgens de opgave van de Uitzendkracht,

tenzij de Inlener aantoont dat voornoemde tijdverantwoording correct is.

4.5. Als de Inlener niet aan het gestelde in lid 2 van dit artikel voldoet, kan de Uitzendonderneming

besluiten om de Inlener te factureren op basis van de bij haar bekende feiten en omstandigheden.

De Uitzendonderneming gaat hiertoe niet over zolang er geen redelijk overleg daaromtrent met de

Inlener heeft plaatsgevonden.

4.6. De Inlener draagt er zorg voor dat de facturen van de Uitzendonderneming zonder enige inhouding,

korting of verrekening binnen 14 dagen na factuurdatum zijn betaald.

4.7. De Inlener kan de Uitzendonderneming verzoeken om in overleg te treden over de mogelijkheid dat

de Inlener een percentage van het gefactureerde bedrag op de G-rekening van de

Uitzendonderneming stort, alsmede over de hoogte van het percentage. Alleen bij bereikte

overeenstemming kan van voornoemde mogelijkheid gebruik worden gemaakt.

4.8. Op eerste verzoek van de Uitzendonderneming zal de Inlener een schriftelijke machtiging

verstrekken aan de Uitzendonderneming om de bedragen van de facturen middels automatische

incasso binnen de overeengekomen termijn af te schrijven van de bankrekening van de Inlener.

Hiervoor zullen partijen een SEPA-machtigingsformulier gebruiken.

Artikel 5. Betalingsvoorwaarden

5.1. Uitsluitend rechtstreekse betalingen aan de Uitzendonderneming werken voor de Inlener

bevrijdend.

5.2. Rechtstreekse betaling, dan wel verstrekking van voorschotten door de Inlener aan de

Uitzendkracht zijn niet toegestaan, ongeacht de reden waarom of de wijze waarop zulks geschiedt.

Dergelijke betalingen en verstrekkingen regarderen de Uitzendonderneming niet en leveren geen

grond op voor enige schuldaflossing of verrekening.

5.3. Als de Inlener een factuur betwist, zal dit binnen acht dagen na verzenddatum van de betreffende

factuur schriftelijk door de Inlener aan de Uitzendonderneming kenbaar worden gemaakt, op

straffe van verval van het recht op betwisting. Een betwisting van de factuur schort de

betalingsverplichting van de Inlener niet op.

5.4. Bij niet, niet tijdige of niet volledige betaling door de Inlener van enig door hem verschuldigd

bedrag, is hij met ingang van de vervaldatum van de betreffende factuur van rechtswege in verzuim.

Vanaf dat moment is de Inlener tevens een vertragingsrente van 1% per maand, een gedeelte van

een maand voor een hele maand rekenende, over het factuurbedrag aan de Uitzendonderneming

verschuldigd.

5.5. Alle kosten, zowel in als buiten rechte, de kosten van rechtskundige bijstand daaronder begrepen,

die de Uitzendonderneming moet maken ten gevolge van het niet nakomen van de

betalingsverplichtingen door de Inlener, zijn voor rekening van de Inlener. De buitengerechtelijke

incassokosten van de Uitzendonderneming, te berekenen over het te incasseren bedrag, worden

met een minimum van € 500,00 vastgesteld op ten minste 15% van de hoofdsom.

5.6. Indien de Inleenovereenkomst is aangegaan met meer dan één Inlener, welke Inleners behoren tot

dezelfde groep van ondernemingen, dan zijn alle Inleners hoofdelijk aansprakelijk voor de

verplichtingen uit hoofde van dit artikel, ongeacht de tenaamstelling van de factuur.

5.7. Indien de financiële positie en/of het betalingsgedrag van de Inlener daartoe – naar de mening van

de Uitzendonderneming – aanleiding geeft, is de Inlener verplicht op eerste schriftelijk verzoek van

de Uitzendonderneming:

a. een machtiging voor automatische incasso als bedoeld in artikel 4 lid 8 van deze algemene

voorwaarden te verstrekken;

b. een voorschot te verstrekken; en/of

c. afdoende zekerheid te stellen voor de nakoming van de verplichtingen jegens de

Uitzendonderneming door middel van bijvoorbeeld een bankgarantie of pandrecht.

De omvang van de gevraagde zekerheid en/of het gevraagde voorschot staat in verhouding tot de

omvang van de betreffende verplichtingen van de Inlener.

5.8. Ingeval de Inlener geen gehoor geeft aan een verzoek van de Uitzendonderneming als bedoeld in

het vorige lid, dan wel indien een incasso mislukt, verkeert de Inlener van rechtswege in verzuim

zonder dat daartoe een ingebrekestelling voor nodig is. Indien de Inlener in verzuim verkeert, dan

is de Uitzendonderneming gerechtigd de uitvoering van haar verplichtingen uit de

Inleenovereenkomst op te schorten dan wel de Inleenovereenkomst onmiddellijk geheel of

gedeeltelijk op te zeggen, zonder dat de Uitzendonderneming een schadevergoeding verschuldigd

is aan de Inlener. Alle vorderingen van de Uitzendonderneming worden als gevolg van de opzegging

direct opeisbaar.

Artikel 6. Opschorting en ontbinding

6.1. De Inlener is niet gerechtigd de tewerkstelling van de Uitzendkracht tijdelijk op te schorten, tenzij

anders overeengekomen. Wordt toch opgeschort, anders dan ingeval van overmacht in de zin van

artikel 6:75 BW, dan is de Inlener gehouden voor de duur van de Inleenovereenkomst het

Inlenerstarief te voldoen over het per periode krachtens het uit de Inleenovereenkomst

voortvloeiende laatstelijk geldende of gebruikelijke aantal uren en overuren.

6.2. In afwijking van het in lid 1 bepaalde, zal de Uitzendonderneming geen aanspraak maken op het Inlenerstarief indien de Inlener afdoende kan aantonen dat tijdelijk geen werk beschikbaar is voor de Uitzendkracht of de Uitzendkracht niet tewerk kan worden gesteld én dit schriftelijk wordt overeengekomen én de Uitzendonderneming met succes de loondoorbetalingsverplichting aan de

Uitzendkracht op grond van de toepasselijke ABU-cao kan uitsluiten.

6.3. Als een partij in gebreke blijft aan zijn verplichtingen uit de Inleenovereenkomst te voldoen, is de

andere partij – naast hetgeen in de Inleenovereenkomst is bepaald – gerechtigd de

Inleenovereenkomst door middel van een aangetekend schrijven buitengerechtelijk geheel of

gedeeltelijk te ontbinden. De ontbinding zal pas plaatsvinden nadat de in gebreke verkerende partij

schriftelijk in gebreke is gesteld en hem een redelijke termijn is geboden om de tekortkoming te

zuiveren en nakoming is uitgebleven.

6.4. Voorts is de ene partij gerechtigd, zonder dat enige aanmaning of ingebrekestelling zal zijn vereist,

buiten rechte de Inleenovereenkomst door middel van een aangetekend schrijven met

onmiddellijke ingang geheel of gedeeltelijk te ontbinden als:

a. de andere partij (voorlopige) surseance van betaling aanvraagt of hem (voorlopige) surseance

van betaling wordt verleend;

b. de andere partij zijn eigen faillissement aanvraagt of in staat van faillissement wordt

verklaard;

c. de andere partij zich in een WHOA-proces bevindt of een WHOA-akkoord sluit;

d. de onderneming van de andere partij wordt geliquideerd;

e. de andere partij zijn huidige onderneming staakt;

f. buiten toedoen van de ene partij op een aanmerkelijk deel van het vermogen van de andere

partij beslag wordt gelegd, dan wel indien de andere partij anderszins niet langer in staat

moet worden geacht de verplichtingen uit de Inleenovereenkomst na te kunnen komen.

6.5. Als de Inlener op het moment van de ontbinding reeds prestaties ter uitvoering van de

Inleenovereenkomst had ontvangen, kan hij de Inleenovereenkomst slechts gedeeltelijk ontbinden

en wel uitsluitend voor dat gedeelte, dat door of namens de Uitzendonderneming nog niet is

uitgevoerd.

6.6. Bedragen die de Uitzendonderneming vóór de ontbinding aan de Inlener heeft gefactureerd in

verband met hetgeen zij reeds ter uitvoering van de Inleenovereenkomst heeft gepresteerd, blijven

onverminderd door Inlener aan haar verschuldigd en worden op het moment van de ontbinding

direct opeisbaar.

Artikel 7. Aansprakelijkheid

7.1. Behoudens bepalingen van dwingend recht is de Uitzendonderneming niet gehouden tot enige

vergoeding van schade van welke aard dan ook, direct of indirect, ontstaan aan de Uitzendkracht,

de Inlener of aan zaken dan wel personen bij of van de Inlener of een derde, of anderszins verband

houdend met een Inleenovereenkomst, waaronder (doch niet uitsluitend) mede te verstaan schade

die is ontstaan als gevolg van:

a. het om wat voor reden dan ook niet tot stand komen van de Inleenovereenkomst, dan wel

het niet in staat zijn om de Uitzendkracht ter beschikking te (blijven) stellen;

b. de terbeschikkingstelling van de Uitzendkracht door de Uitzendonderneming aan de Inlener,

ook wanneer mocht blijken dat die Uitzendkracht niet blijkt te voldoen aan de door de Inlener

aan hem gestelde vereisten.

c. eenzijdige opzegging/beëindiging van de Uitzendovereenkomst door de Uitzendkracht.

d. toedoen of nalaten van de Uitzendkracht, de Inlener zelf of een derde, waaronder begrepen

het aangaan van verbintenissen door de Uitzendkracht.

e. het zonder schriftelijke toestemming van de Uitzendonderneming doorlenen door de Inlener

van de Uitzendkracht.

7.2. Eventuele aansprakelijkheid van de Uitzendonderneming voor enige directe schade is in ieder geval,

per gebeurtenis, beperkt tot het bedrag dat de verzekering van de Uitzendonderneming

daadwerkelijk uitkeert.

7.3. Voor indirecte schade, waaronder gevolgschade, gederfde winst en gemiste besparingen, is de

Uitzendonderneming nimmer aansprakelijk.

7.4. De Inlener is verplicht om zorg te dragen voor een afdoende, totaal dekkende

aansprakelijkheidsverzekering voor alle directe en indirecte schade als bedoeld in lid 1 tot en met 3

van dit artikel. Op eerste verzoek van de Uitzendonderneming overlegt de Inlener bewijzen waaruit

deze verzekeringsverplichting blijkt.

7.5. In ieder geval dient de Inlener de Uitzendonderneming te vrijwaren tegen eventuele vorderingen

of boetes van de Uitzendkracht of derden, tot vergoeding van schade als bedoeld in lid 1 van dit

artikel geleden door die Uitzendkracht of derden. De Inlener is steeds aansprakelijk jegens de

Uitzendonderneming voor alle schade die zij lijdt ingeval van een toerekenbare tekortkoming van

de Inlener in de nakoming van de verplichtingen onder de Inleenovereenkomst en/of de

onderhavige algemene voorwaarden.

7.6. De Uitzendonderneming heeft te allen tijde het recht, indien en voor zover mogelijk, eventuele

schade van de Inlener ongedaan te maken. Hiertoe wordt tevens gerekend het recht van de

Uitzendonderneming maatregelen te treffen die eventuele schade kan voorkomen dan wel

beperken.

7.7. De Inlener zal de Uitzendonderneming vrijwaren en gevrijwaard houden terzake de kosten

(waaronder juridische kosten), vorderingen of aanspraken die direct of indirect ontstaan voor de

Uitzendonderneming als gevolg van of in verband met de Inleenovereenkomst, waaronder, doch

niet beperkt tot, kosten, vorderingen of aanspraken die ontstaan als gevolg van een schending van

gemaakte afspraken tussen partijen door de Inlener (of diens werknemers, onderaannemers of

agenten) en/of schending door de Inlener van toepasselijke wettelijke bepalingen.

Artikel 8. Overmacht

8.1. In geval van overmacht van de Uitzendonderneming zullen haar verplichtingen uit hoofde van de

Inleenovereenkomst worden opgeschort, zolang de overmacht toestand voortduurt. Onder

overmacht wordt verstaan elke van de wil van de Uitzendonderneming onafhankelijke

omstandigheid, die de nakoming van de Inleenovereenkomst blijvend of tijdelijk verhindert en

welke noch krachtens wet, noch naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid voor haar risico

behoort te komen.

8.2. Zodra zich bij de Uitzendonderneming een overmacht toestand voordoet als in lid 1 van dit artikel

bedoeld, zal zij daarvan mededeling doen aan de Inlener.

8.3. Voor zover daaronder niet reeds begrepen, wordt onder overmacht tevens verstaan: werkstaking,

bedrijfsbezetting, blokkades, embargo, overheidsmaatregelen, oorlog, revolutie en/of enig daaraan

gelijk te stellen toestand, stroomstoringen, storingen in elektronische communicatielijnen, brand,

ontploffing en andere calamiteiten, waterschade, overstroming, aardbeving en andere

natuurrampen, alsmede omvangrijke ziekte van epidemiologische aard van personeel.

8.4. Zolang de overmacht toestand voortduurt, zullen de verplichtingen van de Uitzendonderneming

zijn opgeschort. Deze opschorting zal echter niet gelden voor verplichtingen waarop de overmacht

geen betrekking heeft en reeds voor het intreden van de overmacht toestand zijn ontstaan.

8.5. Als de overmacht toestand drie maanden heeft geduurd, of zodra vaststaat dat de overmacht

toestand langer dan drie maanden zal duren, is ieder der partijen gerechtigd de

Inleenovereenkomst tussentijds te beëindigen zonder inachtneming van enige opzegtermijn. De

Inlener is ook na zodanige beëindiging van de Inleenovereenkomst gehouden de door hem aan de

Uitzendonderneming verschuldigde vergoedingen, welke betrekking hebben op de periode vóór de

overmacht toestand, aan de Uitzendonderneming te betalen.

8.6. De Uitzendonderneming is tijdens de overmacht toestand niet gehouden tot vergoeding van

enigerlei schade van of bij de Inlener, noch is zij daartoe gehouden na beëindiging van de

Inleenovereenkomst als in lid 5 van dit artikel bedoeld.

Artikel 9. Geheimhouding en intellectuele eigendom

9.1. Partijen zullen geen Vertrouwelijke Informatie van of over de andere partij, diens activiteiten en

relaties, die hen ter kennis is gekomen ingevolge een aanbieding of de Inleenovereenkomst,

verstrekken aan derden. Dit tenzij – en alsdan voor zover – verstrekking van die informatie nodig is

om de Inleenovereenkomst naar behoren te kunnen uitvoeren of op hen een wettelijke plicht tot

bekendmaking rust.

9.2. Op verzoek van de Inlener zal de Uitzendonderneming de Uitzendkracht verplichten tot

geheimhouding omtrent al hetgeen hem bij het verrichten van de werkzaamheden bekend of

gewaar wordt, tenzij op de Uitzendkracht een wettelijke plicht tot bekendmaking rust.

9.3. Het staat de Inlener vrij om de Uitzendkracht rechtstreeks te verplichten tot geheimhouding. De

Inlener informeert de Uitzendonderneming over zijn voornemen daartoe en verstrekt een afschrift

van hetgeen daaromtrent is vastgelegd aan de Uitzendonderneming. De Uitzendovereenkomst is

geen partij bij deze geheimhoudingsovereenkomst en kan derhalve op basis daarvan niet

aansprakelijk worden gesteld.

9.4. De Uitzendonderneming is niet aansprakelijk voor een boete, dwangsom of eventuele schade van

de Inlener als gevolg van schending van de geheimhoudingsplicht door de Uitzendkracht.

9.5. Alle intellectuele eigendommen op ICT-middelen, de teksten, data(bestanden), formats, logo’s,

merken, overig beeld- en/of geluidsmateriaal en elk ander materiaal, daaronder begrepen het

ontwerp, de selectie en rangschikking daarvan, waar de Inlener toegang toe krijgt in het kader van

de Aanbieding, opdracht, Inleenovereenkomst of andere overeenkomst, met uitzondering van

materiaal van de Inlener, berusten uitsluitend bij de Uitzendonderneming. Dit geldt ook voor

eventueel specifiek op verzoek en/of op kosten van Inlener gemaakte aanpassingen en/of

aanvullingen of werken. Aan de Inlener wordt met betrekking tot de ICT-middelen en voornoemd

materiaal alleen een tijdelijk, persoonlijk, niet exclusief en niet overdraagbaar gebruiksrecht

verschaft, voor zover en zolang dit nodig is om gebruik te kunnen maken van de tussen partijen

overeengekomen diensten. Door de Inlener specifiek voor Uitzendonderneming vervaardigd

materiaal mag ook na afloop van de dienstverlening nog – voor eigen interne bedrijfsdoeleinden –

door de Inlener worden gebruikt.

9.6. De Inlener vrijwaart de Uitzendonderneming tegen alle aanspraken van derden in verband met de

beweerdelijke inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van derden op de door de Inlener aan

de Uitzendonderneming ter beschikking gesteld materiaal, dan wel ten aanzien van de door de

Uitzendkracht te verrichten werkzaamheden.

9.7. Aan de Inlener komen alle intellectuele eigendomsrechten op de resultaten van de door de

Uitzendkracht verrichte werkzaamheden toe, indien en voor zover dit bij de wet is bepaald. De

Uitzendonderneming zal de Uitzendkracht op verzoek van de Inlener een schriftelijke verklaring

laten ondertekenen teneinde – voor zover nodig en mogelijk – te bewerkstelligen, althans te

bevorderen dat alle intellectuele eigendomsrechten op de resultaten van de werkzaamheden van

de Uitzendkracht toekomen respectievelijk (zullen) worden overgedragen aan de Inlener.

9.8. Het staat de Inlener vrij om rechtstreeks een overeenkomst met de Uitzendkracht aan te gaan of

hem een verklaring ter ondertekening voor te leggen terzake intellectuele eigendomsrechten.

Inlener informeert de Uitzendonderneming over zijn voornemen daartoe en verstrekt aan de

Uitzendonderneming hiervan een afschrift. De Uitzendonderneming is geen partij bij deze

overeenkomst en kan daarom nimmer aansprakelijk worden gesteld op basis hiervan.

HOOFDSTUK 2. VOORWAARDEN VOOR HET TER BESCHIKKING STELLEN VAN UITZENDKRACHTEN

Artikel 10. Het inlenen van Uitzendkrachten

10.1. De Uitzendovereenkomst wordt aangegaan tussen de Uitzendkracht en de Uitzendonderneming.

Dit betreft een uitzendovereenkomst ex artikel 7:690 BW niet zijnde een payrollovereenkomst ex

artikel 7:692 BW. Op de Uitzendovereenkomst is de ABU-cao van toepassing. Tussen de Inlener en

de Uitzendkracht bestaat geen arbeidsovereenkomst. Het is de Inlener niet toegestaan zich als

formeel werkgever of namens de Uitzendonderneming jegens de Uitzendkracht op te treden.

10.2. De Uitzendkracht werkt feitelijk onder toezicht en leiding van de Inlener. De Inlener neemt daarbij

dezelfde zorgvuldigheid in acht als tegenover zijn eigen werknemers. De Uitzendonderneming heeft

als formele werkgever geen zicht op de werkplek en de te verrichten werkzaamheden, op basis

waarvan de Inlener dient zorg te dragen voor een veilige werkomgeving. De Inlener is op grond van

de toepasselijk Atw en Arbowet ‘werkgever’ en dus verantwoordelijk alsmede aansprakelijk voor

alle verplichtingen die daaruit voortvloeien, ook jegens de Uitzendkracht en de

Uitzendonderneming. Behoudens uitdrukkelijk en voorafgaand schriftelijk akkoord van de

Uitzendonderneming, mag de Uitzendkracht alleen de overeengekomen werkzaamheden

verrichten, met uitsluiting van alle arbeid beschermd door een bijzondere reglementering zoals

ongezond, gevaarlijk of ondergronds werk of werkzaamheden op de hoogte, en is het de Inlener

verboden de Uitzendkracht te belasten met een opdracht die verschillend is van degene waarvoor

de Uitzendkracht ter beschikking werd gesteld door de Uitzendonderneming aan de Inlener.

10.3. Indien een arbeidsongeval plaatsvindt waarbij een door de Uitzendonderneming aan de Inlener ter

beschikking gestelde Uitzendkracht betrokken is, is de Inlener verplicht dit onverwijld aan de

Uitzendonderneming schriftelijk mede te delen en alle in dat kader door de Uitzendonderneming

gevraagde informatie en/of documenten te verstrekken.

10.4. De Uitzendonderneming en de Inlener spreken af dat de Uitzendonderneming de volgende

zelfstandige rechten heeft, zonder bemoeienis van de Inlener:

a. voorafgaand aan de indiensttreding de Uitzendkracht te screenen en te toetsen of de

Uitzendkracht voldoet aan de gestelde eisen;

b. de Uitzendkracht (eventueel in samenspraak met de leidinggevende van de Uitzendkracht

bij Inlener) te beoordelen op diens functioneren;

c. de Uitzendkracht een schriftelijke dan wel mondelinge waarschuwing te geven dan wel

andere disciplinaire maatregelen op te leggen;

d. haar personeelsbeleid zelfstandig te voeren, waarbij tevens geldt dat ziekmeldingen van

de Uitzendkracht en verlofaanvragen bij de Uitzendonderneming dienen te worden

ingediend door de Uitzendkracht en de Uitzendonderneming daarvoor in overleg met

Inlener toestemming dient te verlenen;

e. de begeleiding van de Uitzendkracht tijdens ziekte en arbeidsongeschiktheid te verzorgen

alsmede de re-integratie;

f. de Uitzendkracht op te leiden en bij te scholen in het kader van de duurzame

inzetbaarheid van de Uitzendkracht. Echter ook in het kader van de scholingsverplichting

als formeel werkgever, en om de kans te vergroten de Uitzendkracht eventueel door te

plaatsen bij andere inleners.

10.5. De Inlener zal de door hem ingeleende Uitzendkracht niet op zijn beurt weer doorlenen aan een

derde om onder diens toezicht en leiding te werken, zonder schriftelijke toestemming van de

Uitzendonderneming. Daarnaast is het de Inlener verboden, zonder voorafgaande schriftelijke

toestemming van de Uitzendonderneming om de Uitzendkracht buiten het Nederlandse

grondgebied tewerk te stellen. Een overtreding van onderhavig lid leidt ertoe dat de

Uitzendonderneming gerechtigd is om de terbeschikkingstelling van de Uitzendkracht en/of de

Inleenovereenkomst per direct te beëindigen, alsmede alle hieruit voortvloeiende c.q. verband

houdende schade aan de Inlener in rekening te brengen. De Inlener stelt de Uitzendonderneming

alsdan volledig schadeloos.

10.6. De Inlener is gehouden om de Uitzendkracht die lid is van de ondernemingsraad van de

Uitzendonderneming of van de ondernemingsraad van de Inlener, in de gelegenheid te stellen deze

medezeggenschapsrechten uit te oefenen conform wet- en regelgeving. Indien de Uitzendkracht

medezeggenschap uitoefent in de onderneming van de Inlener, is de Inlener het Inlenerstarief ook

verschuldigd over de uren waarin de Uitzendkracht onder werktijd werkzaamheden verricht of een

opleiding volgt in verband van het uitoefenen van medezeggenschap.

10.7. De Uitzendonderneming is te allen tijde gerechtigd aan de Inlener een voorstel te doen tot

vervanging van een ter beschikking gestelde Uitzendkracht door een andere Uitzendkracht onder

voortzetting van de Inleenovereenkomst, zulks met het oog op het bedrijfsbeleid of

personeelsbeleid van de Uitzendonderneming, behoud van werkgelegenheid of naleving van

geldende wet- en regelgeving. De Inlener kan een dergelijk voorstel enkel afwijzen, indien hij daar

een gegronde reden voor heeft. De Inlener zal een eventuele afwijzing desgevraagd schriftelijk

motiveren. Er is sprake van een niet-exclusieve terbeschikkingstelling van de Uitzendkracht aan de

Uitzendonderneming. De Uitzendonderneming heeft te allen tijde de bevoegdheid om de

Uitzendkracht aan een andere Inlener ter beschikking te stellen.

10.8. De Uitzendonderneming schiet niet toerekenbaar tekort jegens de Inlener en is niet gehouden tot

vergoeding van enige schade of kosten aan de Inlener, indien de Uitzendonderneming om welke

reden dan ook een (vervangende) Uitzendkracht niet (meer), althans niet (meer) op de wijze en in

de omvang als bij de Inleenovereenkomst bepaald of nadien overeengekomen aan de Inlener ter

beschikking kan stellen.

10.9. De Uitzendonderneming draagt geen verantwoordelijkheid en/of aansprakelijkheid ter zake het

terugvorderen van eventuele kosten die door de Inlener ten behoeve van de Uitzendkracht zijn

gemaakt bij de uitoefening van zijn werkzaamheden (vb. maaltijden in bedrijfsrestaurant, gebruik

van telefoon voor privédoeleinden en/of andere bedrijfsmiddelen van de Inlener).

10.10. Indien de Uitzendkracht gebruikt maakt van een bedrijfsmiddel en/of voertuig van de Inlener, is de

Inlener volledig verantwoordelijk dat het bedrijfsmiddel en/of voertuig aan de geldende regels

voldoet. De Inlener vrijwaart dienaangaande de Uitzendonderneming voor enige aanspraak,

vordering, hoe ook genaamd en op welke grondslag en/of door wie dan ook ingesteld.

10.11. De Uitzendonderneming valt onder de werkingssfeer van de CAO PAWW en is daaraan gebonden.

De Uitzendonderneming heeft het recht en kan hiervoor dispensatie krijgen om de PAWW-bijdrage

privaat te herverzekeren. Het voorgaande heeft invloed op het door de Inlener te betalen

Inlenerstarief. De Uitzendonderneming is gerechtigd de afdrachten aan Stichting PAWW dan wel

een private verzekeraar aan Inlener in rekening te brengen en is gerechtigd eenzijdig het

Inlenerstarief tussentijds te wijzigen, bijvoorbeeld maar niet uitsluitend als er wijzigingen zijn in de

PAWW-regeling en/of de door de Uitzendonderneming te betalen bijdrage dan wel premies. De

Uitzendonderneming zal de Inlener hiervan tijdig in kennis stellen.

Artikel 11. Inhoud en duur van de Inleenovereenkomst en de terbeschikkingstelling(en)

11.1. In de Inleenovereenkomst worden de specifieke voorwaarden waaronder de Uitzendkracht aan de

Inlener ter beschikking wordt gesteld opgenomen. De Inleenovereenkomst kan niet worden

beëindigd zolang er Uitzendkrachten aan de Inlener ter beschikking worden gesteld.

11.2. De Inlener zal de Uitzendonderneming informeren omtrent de beoogde duur, (wekelijkse of minimaal

maandelijkse) arbeidsomvang en tijdstippen van de terbeschikkingstelling, op basis waarvan de

Uitzendonderneming de aard en de duur van de Uitzendovereenkomst met de Uitzendkracht kan

bepalen.

11.3. Als de Inlener, nadat de Uitzendkracht is verschenen op de werkplek, minder dan drie uren gebruik

maakt van diens arbeidsaanbod, is de Inlener verplicht tot betaling van het Inlenerstarief over ten

minste drie uren per oproep indien:

a. een arbeidsomvang van minder dan 15 uur per week is overeengekomen en de werktijden niet

zijn vastgelegd; of

b. er sprake is van een oproepovereenkomst (ex artikel 7:628a BW).

11.4. Indien een Uitzendkracht reeds is opgeroepen doch op grond van een bijzondere omstandigheid aan

de zijde van de Inlener de arbeid niet kan verrichten of de werktijden worden aangepast, dan zal de

Inlener de Uitzendonderneming hiervan in kennis stellen, ten minste vier dagen voorafgaand aan het

moment dat de arbeid aanvang zou vinden. Indien de Inlener dit nalaat en de Uitzendkracht beschikt

over een oproepovereenkomst (ex artikel 7:628a BW), dan is de Inlener het Inlenerstarief

verschuldigd over het aantal uren verband houdende met de oorspronkelijke oproep waaronder de

werktijden.

11.5. Indien de Uitzendkracht beschikt over een oproepovereenkomst (ex artikel 7:628a BW), dan is de

Uitzendonderneming verplicht om de Uitzendkracht na twaalf maanden een aanbod te doen voor

een vaste arbeidsomvang inclusief loondoorbetalingsverplichting, waarbij de vaste arbeidsomvang

minimaal gelijk is aan de gemiddelde arbeidsomvang in de voorafgaande periode van twaalf

maanden. Indien het aanbod door de Uitzendkracht wordt geaccepteerd, dan zal het Inlenerstarief

worden (her)berekend over de vaste arbeidsomvang en niet over het feitelijk aantal gewerkte uren.

11.6. Als de Uitzendovereenkomst is aangegaan met Uitzendbeding en het Uitzendbeding rechtsgeldig kan

worden ingeroepen door de Uitzendonderneming (dus niet tijdens ziekte/arbeidsongeschiktheid),

dan hoeven de Uitzendonderneming, Uitzendkracht en/of de Inlener geen opzegtermijn in acht te

nemen als zij de terbeschikkingstelling tussentijds wensen te beëindigen, tenzij schriftelijk anders is

overeengekomen. Wel dient de Inlener de Uitzendonderneming ten minste 10 dagen voorafgaand

aan een einde van de Uitzendovereenkomst, in kennis te stellen van het voornemen de

terbeschikkingstelling van de Uitzendkracht te beëindigen, tenzij dit naar maatstaven van redelijkheid

en billijkheid van de Inlener niet kan worden gevergd.

11.7. Als de Uitzendovereenkomst niet is aangegaan met Uitzendbeding, dan kan de Inlener de

terbeschikkingstelling uitsluitend tussentijds eindigen onder de voorwaarde dat de met de

terbeschikkingstelling verband houdende betalingsverplichtingen voortduren tot het verstrijken van

de overeengekomen duur van de terbeschikkingstelling. De Uitzendonderneming is alsdan gerechtigd

om het Inlenerstarief tot de overeengekomen duur van de terbeschikkingstelling aan de Inlener in

rekening te (blijven) brengen overeenkomstig het gebruikelijke c.q. het te verwachten arbeidspatroon

van de Uitzendkracht, tenzij de Uitzendonderneming en de Inlener hieromtrent schriftelijk

andersluidende afspraken hebben gemaakt.

11.8. Als de Inlener de terbeschikkingstelling wenst te beëindigen terwijl er niets is overeengekomen

omtrent de duur van de terbeschikkingstelling en de Uitzendkracht op basis van een

Uitzendovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd werkzaam is, geldt er een opzegtermijn van

één maand onder de voorwaarde dat de Uitzendonderneming de Uitzendovereenkomst met de

desbetreffende Uitzendkracht rechtsgeldig heeft beëindigd.

11.9. Indien de reden van de beëindiging is gelegen in een geschil met de Uitzendkracht, dan wel een

conflictsituatie, dan dient de Inlener de Uitzendonderneming daar tijdig van op de hoogte te stellen.

De Uitzendonderneming zal alsdan onderzoeken of het geschil, dan wel de conflictsituatie kan

worden opgelost.

11.10. De Uitzendonderneming kan in verband met de voor haar geldende aanzegverplichting jegens de

Uitzendkracht de Inlener minimaal vijf weken voor het einde van Uitzendovereenkomst voor

bepaalde tijd verzoeken om aan te geven of hij voornemens is om de terbeschikkingstelling te

continueren. De Inlener is alsdan gehouden om binnen drie dagen aan te geven of zij de

terbeschikkingstelling wenst te continueren. Het niet tijdig, dan wel niet correct informeren van de

Uitzendonderneming leidt ertoe dat, de Inlener de kosten verband houdende met de vergoeding ex

artikel 7:668 BW integraal aan de Uitzendonderneming dient te vergoeden. Bovenal is de Inlener

alsdan volledig aansprakelijk voor alle eventueel daaruit voortvloeiende schade, vrijwaart Inlener

Uitzendonderneming hiervoor en houdt zij haar gevrijwaard.

11.11. Indien de Uitzendonderneming aan de Uitzendkracht op enig moment een vergoeding is verschuldigd,

zoals onder meer doch niet uitsluitend de transitievergoeding, een billijke vergoeding, dan wel een

gelijkwaardige voorziening in de zin van artikel 7:673 BW e.v. en/of vergoeding wegens niet (geheel)

in acht genomen aanzegtermijn, is de Uitzendonderneming gerechtigd dit één op één inclusief

werkgeverslasten door te belasten aan de Inlener. Dit tenzij schriftelijk expliciet anders is

overeengekomen.

Artikel 12. Het Inlenerstarief, (uur)beloning en overige vergoedingen

12.1. De Inlener is voor de terbeschikkingstelling van de Uitzendkracht het Inlenerstarief aan de

Uitzendonderneming verschuldigd, behoudens voor zover hieromtrent andersluidende afspraken

zijn gemaakt. Het Inlenerstarief staat in directe verhouding tot de aan de Uitzendkracht

verschuldigde Inlenersbeloning. De Inlenerbeloning van de Uitzendkracht worden vooraf aan de

terbeschikkingstelling en zo nodig gedurende de terbeschikkingstelling bepaald. De

Uitzendonderneming hanteert een proces voor de vaststelling van de Inlenersbeloning. De Inlener

is gehouden medewerking te verlenen aan dit proces van vaststelling van de Inlenersbeloning, dan

wel alle informatie en gegevens te verschaffen die noodzakelijk zijn voor de Uitzendonderneming

ter vaststelling van de Inlenersbeloning.

12.2. De Uitzendonderneming is gerechtigd het Inlenerstarief tussentijds te wijzigen, indien sprake is van

een wijziging van de Inlenersbeloning, cao-verplichtingen, wijzigingen in of ten gevolge van wet- en

regelgeving zoals fiscale en sociale wet- en regelgeving en/of wijzigingen hoe ook genaamd en op

welke grondslag dan ook in de door de Uitzendkracht te ontvangen beloning in de meest brede zin

van het woord. Dergelijke wijzigingen worden met ingang van het tijdstip van die wijzigingen aan

de Inlener doorberekend en zijn dienovereenkomstig door de Inlener verschuldigd, ook als deze

wijzigingen zich voordoen tijdens de duur van een Inleenovereenkomst. De Uitzendonderneming is

gerechtigd jaarlijks het Inlenerstarief aan te passen dan wel te indexeren met het CPI van oktober

in het jaar daaraan voorafgaand.

Artikel 13. Informatieverplichting Inlener

13.1. De Inlener informeert de Uitzendonderneming tijdig, juist en volledig ter zake al hetgeen wat voor de

uitvoering van de Inleenovereenkomst voor de Uitzendonderneming van belang is, waaronder, niet

uitsluitend:

a. over de Inlenersbeloning;

b. over de specifieke risico’s met betrekking tot de veiligheid en gezondheid in verband met

de te verrichten werkzaamheden, alsmede nadere gegevens omtrent de eventueel

genomen maatregelen om dergelijke risico’s te voorkomen of te beheersen;

c. de datum waarop de Uitzendkracht de werkzaamheden dient aan te vangen;

d. de verwachte duur van de terbeschikkingstelling, de werktijden en het aantal te

verwachten werkuren per week of periode;

e. de aard en/of nadere bijzonderheden van de te verrichten werkzaamheden door de

Uitzendkracht;

f. de locatie(s) waar de werkzaamheden door de Uitzendkracht moeten worden verricht;

g. het aantal uren/dagen en eventuele specifieke voorschriften met betrekking tot de

urenregistratie en verslaglegging die Inlener verwacht van de Uitzendkracht;

h. eventuele ervaring, opleiding, kwalificaties, toestemmingen van de beroepsorganen

waarvan Inlener wenst dat de Uitzendkracht daarover beschikt;

i. eventuele door of aan de Uitzendkracht verschuldigde onkosten;

j. eventuele op de locatie geldende (gedrags- en/of huis)regels of procedures, beleid op het

gebied van IT-toegang, veiligheid, gebruik van bedrijfsmiddelen of beleid waarvan Inlener

wenst dat deze worden nageleefd door de Uitzendkracht en kopieën van dergelijke zaken.

13.2. Indien de Inlenersbeloning van de Uitzendkracht niet kan worden vastgesteld worden deze

vastgesteld aan de hand van gesprekken die door de Uitzendonderneming worden gevoerd met de

Inlener en de Uitzendkracht. Bij het vaststellen van het loon/Inlenersbeloning geldt als leidraad het

opleidingsniveau en de ervaring van de Uitzendkracht en de benodigde capaciteiten die de invulling

van die functie met zich meebrengt.

13.3. De Inlener staat in voor de juistheid, volledigheid, betrouwbaarheid, deugdelijkheid en

rechtmatigheid van de door of namens haar aan de Uitzendonderneming verrichtte handelingen en

verstrekte gegevens / informatie. Ingeval er wijzigingen zijn die relevant zijn voor de

Uitzendonderneming voor de goede uitvoering van de Inleenovereenkomst, waaronder de

toepassing van de Inlenersbeloning, dient de Inlener de Uitzendonderneming hiervan onverwijld in

kennis te stellen.

13.4. De Uitzendonderneming is gerechtigd om het Inlenerstarief met terugwerkende kracht te corrigeren

en aan de Inlener in rekening te brengen, indien blijkt dat (een van de elementen van) de

Inlenersbeloning onvolledig of onjuist is vastgesteld.

13.5. Indien en voor zover de Uitzendonderneming direct of indirect schade lijdt wegens onvolledige en/of

onjuiste informatie van de zijde van de Inlener dan wel het niet tijdig aanleveren dan wel incorrecte

informatie (over onder meer doch niet uitsluitend de Inlenersbeloning en de functies), dan is de

Inlener gehouden deze schade, met inbegrip van alle daadwerkelijke kosten voor juridische bijstand,

in alsmede buiten een gerechtelijke procedure, volledig aan de Uitzendonderneming te vergoeden.

De Inlener vrijwaart de Uitzendonderneming en is volledig aansprakelijk voor elke aanspraak,

vordering, boete, (sanctie)maatregel of eis van de Uitzendkracht dan wel een derde waaronder doch

niet uitsluitend de Belastingdienst en/of het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)

en/of de Nederlandse Arbeidsinspectie, Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD), Stichting

Pensioenfondsen voor Personeelsdiensten (StiPP), Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten

(SNCU) en/of een vakbond.

13.6. De Inlener garandeert dat zij de Uitzendkracht vanaf de aanvang van de terbeschikkingstelling van de

Uitzendkracht, de Uitzendkracht zal voorzien van informatie over de van belang zijnde vacatures bij

de Inlener en de toegang tot alle collectieve faciliteiten en voorzieningen.

Artikel 14. De civiele ketenaansprakelijkheid voor loon

14.1. Naast de Uitzendonderneming is de Inlener hoofdelijk aansprakelijk jegens de Uitzendkracht voor

de voldoening van het aan de Uitzendkracht verschuldigde loon, tenzij de Inlener inzake de

eventuele onderbetaling als niet-verwijtbaar kwalificeert.

14.2. De Inlener dient ten behoeve van het aantonen van zijn niet-verwijtbaarheid in ieder geval de

Uitzendonderneming tijdig, juist en volledig te informeren inzake de Inlenersbeloning.

14.3. De Uitzendonderneming is jegens de Inlener gehouden om de Uitzendkracht te belonen conform

de toepasselijke wet- en regelgeving, alsmede de ABU-cao voor Uitzendkrachten.

14.4. Indien de Inlener zich nader wenst te laten informeren over de arbeidsvoorwaarden van de

Uitzendkracht in het kader van de ketenaansprakelijkheid voor loon, treedt hij hierover in overleg

met de Uitzendonderneming.

14.5. De Inlener onthoudt zich van het opvragen van de gegevens die geen betrekking hebben op of in

verband staan tot het loon van de Uitzendkracht. De Uitzendonderneming behoudt zich het recht

voor om geanonimiseerde informatie aan de Inlener te verstrekken. Ten aanzien van de verkregen

informatie met betrekking tot de Uitzendkracht is de Inlener verplicht tot geheimhouding.

Artikel 15. Aangaan (rechtstreekse) arbeidsverhouding door Inlener met de Uitzendkracht

15.1. Als de Inlener met een aan hem door de Uitzendonderneming ter beschikking gestelde of te stellen

Uitzendkracht rechtstreeks een arbeidsovereenkomst, dan wel een andersoortige

arbeidsverhouding wil aangaan, stelt hij de Uitzendonderneming daarvan onverwijld schriftelijk in

kennis. Partijen treden vervolgens in overleg om de wens van de Inlener te bespreken. De Inlener

is aan de Uitzendonderneming een redelijke vergoeding is verschuldigd, voor de door de

Uitzendonderneming verleende diensten in verband met de terbeschikkingstelling, werving en/of

opleiding van de Uitzendkracht, overeenkomstig het bepaalde in artikel 9a lid 2 Wet allocatie

arbeidskrachten door intermediairs, welke vergoeding als volgt wordt berekend: 1040 uur – het

aantal gewerkte uren in het kader van de terbeschikkingstelling x Inlenerstarief x 25%.

15.2. De vergoeding in lid 1 is eveneens verschuldigd wanneer de Inlener binnen zes maanden nadat een

(aspirant-)Uitzendkracht aan de Inlener is voorgesteld een arbeidsovereenkomst dan wel een

andersoortige arbeidsverhouding met de (aspirant-)Uitzendkracht aangaat. Tevens is de vergoeding

in lid 1 verschuldigd indien de Uitzendkracht binnen zes maanden nadat de terbeschikkingstelling

bij de Inlener is geëindigd een arbeidsovereenkomst of een andersoortige arbeidsverhouding met

de Uitzendonderneming aangaat.

15.3. Indien de Inlener en de Uitzendonderneming nog geen overeenstemming hadden bereikt over het

Inlenerstarief of ingeval het bedrag lid 1 om wat voor reden dan ook niet kan worden bepaald, dan

is de Inlener aan de Uitzendonderneming een vergoeding ineens verschuldigd, zonder nadere

sommatie of ingebrekestelling, van € 15.000,00 (zegge: vijftienduizend euro) exclusief btw.

15.4. Onder andersoortige arbeidsverhouding als bedoeld in dit artikel wordt onder meer verstaan:

a. het aanstellen als ambtenaar;

b. de overeenkomst van opdracht;

c. aanneming van werk;

d. het ter beschikking laten stellen van de Uitzendkracht aan de Inlener door een derde

(bijvoorbeeld een andere uitzendonderneming) voor hetzelfde of ander werk.

15.5. De Inlener gaat niet rechtstreeks een arbeidsovereenkomst met de Uitzendkracht aan, als de

Uitzendkracht de Uitzendovereenkomst met de Uitzendonderneming niet rechtsgeldig heeft

beëindigd.

15.6. Het is de Inlener verboden om Uitzendkrachten ertoe te bewegen om een arbeidsovereenkomst,

dan wel een andersoortige arbeidsverhouding met een andere onderneming aan te gaan, met de

bedoeling de Uitzendkrachten middels deze andere onderneming in te lenen.

Artikel 16. Selectie van Uitzendkrachten, Anti-discriminatie en Vacaturemeldingsplicht

16.1. De Uitzendkracht wordt door de Uitzendonderneming gekozen enerzijds aan de hand van zijn

hoedanigheden en kundigheden en anderzijds aan de hand van de door de Inlener aangedragen

functievereisten.

16.2. De Inlener heeft het recht om, als een Uitzendkracht niet voldoet aan de door de Inlener gestelde

functievereisten, dit binnen 4 uur na de aanvang van de werkzaamheden aan de

Uitzendonderneming kenbaar te maken. In dat geval is de Inlener gehouden de

Uitzendonderneming minimaal te betalen het aan de Uitzendkracht verschuldigde loon,

vermeerderd met het werkgeversaandeel in de sociale lasten en premieheffing en uit de ABU-cao

voortvloeiende verplichtingen.

16.3. Gedurende de looptijd van de Inleenovereenkomst is de Uitzendonderneming gerechtigd om een

voorstel te doen tot vervanging van de Uitzendkracht, bijvoorbeeld indien de Uitzendkracht niet

langer in staat is de arbeid te verrichten, dan wel in verband met een door te voeren reorganisatie

of herplaatsingsverplichting. Het Inlenerstarief zal dan opnieuw worden vastgesteld.

16.4. Niet-functierelevante vereisten die bovendien (kunnen) leiden tot (in)directe discriminatie, onder

meer verband houdende met ras, godsdienst, geslacht en/ of handicap, kunnen niet door de Inlener

worden gesteld. In ieder geval zullen deze door de Uitzendonderneming niet worden gehonoreerd.

16.5. Inlener en de Uitzendonderneming dragen hun steentje bij aan een inclusief en divers

arbeidsklimaat en zetten zich in tegen discriminatie.

16.6. Onder discriminatie wordt verstaan: het maken van direct en indirect onderscheid tussen personen

op grond van leeftijd, geslacht, burgerlijke staat, seksuele gerichtheid, levens-, politieke of

geloofsovertuiging, ras, etnische afkomst of nationaliteit.

In het bijzondere wordt verstaan onder discriminatie ook het ingaan op verzoeken tijdens het

sollicitatieproces om onderscheid te maken tussen personen op basis van bepaalde criteria die

geenszins noodzakelijk en/of relevant zijn voor de goede invulling van de functie. De vacatures van

de Uitzendonderneming bevatten derhalve louter functie-eisen met betrekking tot

vakbekwaamheid, gedrag en persoonlijke kwaliteiten. Indien van toepassing worden aanvullende

selectieprocedures en/of onderzoek vermeld. Alleen in uitzonderlijke gevallen (en louter wanneer

dit een legitiem doel dient) kunnen persoonlijke kenmerken worden opgenomen, mits dit

noodzakelijk is voor de uitvoering van de functie en voor zover dit wettelijk toelaatbaar is.

16.7. Inlener en Uitzendonderneming zullen tijdens de sollicitatieprocedure ermee rekening houden dat

bepaalde criteria uitsluitend worden gehonoreerd indien er sprake is van objectieve

rechtvaardiging. Er is sprake van objectieve rechtvaardiging als het selecteren op de verzochte

criteria:

a. een legitiem doel dient. Dit houdt in dat er een goede -functie gerelateerde- reden

is om tijdens het sollicitatieproces op betreffende criteria te toetsen (een voorbeeld

van een legitiem doel is veiligheid);

b. resulteert in het bereiken van het legitieme doel, het middel is geschikt om het doel

te bereiken;

c. in redelijke verhouding staat tot het doel, er is sprake van proportionaliteit ten

opzichte van het doel;

d. noodzakelijk is omdat er geen andere, minder onderscheid makende manier is om

het doel te bereiken, er wordt voldaan aan het noodzakelijkheidscriterium.

Algemeen voorbeeld: Het kan objectief gerechtvaardigd worden dat een vacature voor een

functie binnen de politie of een functie als beveiliger een leeftijdsgrens bevat. Een leeftijdsgrens

duidt in zijn algemeenheid op leeftijdsdiscriminatie. Het hanteren van een dergelijke

leeftijdsgrens ten aanzien van de voornoemde functies dient echter vanzelfsprekend een

legitiem doel, te weten de (toekomstige) veiligheid van de Uitzendkracht.

16.8. De Uitzendonderneming en Inlener zullen niet tolereren dat Uitzendkrachten op een

discriminerende wijze worden bejegend net zoals de Uitzendonderneming niet tolereert dat binnen

haar bedrijf wordt meegewerkt aan verzoeken die aanzetten tot discriminatie.

16.9. Inlener voldoet aan de vacaturemeldingsplicht ingevolge artikel 8c Waadi.

16.10. Inlener en de Uitzendonderneming zullen elkaar onverwijld informeren indien de ter beschikking

gestelde Uitzendkracht niet dan wel onvoldoende functioneert, er onregelmatigheden zijn

geconstateerd met betrekking tot de ter beschikking gestelde Uitzendkracht dan wel anderszins

ontwikkelingen aan de orde zijn die relevant zijn voor de uitvoering van de Inleenovereenkomst

tussen de Inlener en de Uitzendonderneming alsmede Uitzendovereenkomst tussen de

Uitzendonderneming en de Uitzendkracht.

Artikel 17. Zorgverplichting Inlener en vrijwaring jegens de Uitzendonderneming

17.1. De Inlener is ervan op de hoogte dat hij volgens artikel 7:658 BW en de geldende Arbowet de

verplichting heeft om te zorgen voor een veilige werkplek van de Uitzendkracht. De Inlener verstrekt

de Uitzendkracht concrete aanwijzingen om te voorkomen dat de Uitzendkracht in de uitoefening van

zijn werkzaamheden schade lijdt. Tevens verstrekt de Inlener de Uitzendkracht persoonlijke

beschermingsmiddelen voor zover noodzakelijk. Indien de benodigdheden door de

Uitzendonderneming worden verzorgd is de Uitzendonderneming gerechtigd de kosten die daarmee

samenhangen bij de Inlener in rekening te brengen.

17.2. Voordat de terbeschikkingstelling een aanvang neemt, verstrekt de Inlener aan de Uitzendkracht en

Uitzendonderneming de noodzakelijke informatie over de verlangde beroepskwalificatie van de

Uitzendkracht, alsmede de Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E), bevattende de specifieke

kenmerken van de in te nemen arbeidsplaats. De Uitzendkracht dient voldoende gelegenheid te

krijgen om van de inhoud kennis te nemen, alvorens de werkzaamheden aanvang kunnen vinden.

17.3. De Inlener is tegenover de Uitzendkracht en Uitzendonderneming aansprakelijk voor en

dientengevolge gehouden tot vergoeding van de schade die de Uitzendkracht in de uitoefening van

zijn werkzaamheden lijdt, tenzij de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste

roekeloosheid van de Uitzendkracht, alles met inachtneming van het bepaalde in artikel 7.

17.4. Als de Uitzendkracht in de uitoefening van zijn werkzaamheden zodanig letsel heeft bekomen dat

daarvan de dood het gevolg is, is de Inlener overeenkomstig artikel 6:108 BW jegens de in dat artikel

bedoelde personen en jegens de Uitzendonderneming gehouden tot vergoeding van de schade aan

de bedoelde personen, tenzij de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste

roekeloosheid van de Uitzendkracht, alles met inachtneming van het bepaalde in artikel 7.

17.5. De Inlener vrijwaart de Uitzendonderneming volledig tegen aanspraken, jegens de

Uitzendonderneming ingesteld wegens het niet nakomen door de Inlener van de in dit artikel

genoemde verplichtingen en zal de hiermee verband houdende kosten rechtsbijstand volledig aan de

Uitzendonderneming vergoeden. De Inlener verleent de Uitzendonderneming de bevoegdheid haar

aanspraken bedoeld in onderhavig artikel aan de direct belanghebbende(n) te cederen.

17.6. De Inlener is verplicht om zorg te dragen voor een afdoende, totaal dekkende

aansprakelijkheidsverzekering voor alle directe en indirecte schade als bedoeld in dit artikel.

17.7. De Inlener is zich ervan bewust dat hij wordt aangemerkt als werkgever in de zin van de Atw. De

Inlener staat er derhalve voor in dat de arbeidsduur en de rust- en arbeidstijden voldoen aan de

wettelijke vereisten. De Inlener ziet erop toe dat de Uitzendkracht de rechtens toegestane

arbeidstijden en de overeengekomen arbeidsduur niet overschrijdt. De arbeids- en rusttijden van de

Uitzendkracht zijn gelijk aan de bij de Inlener gebruikelijke tijden en uren, tenzij anders

overeengekomen.

17.8. Indien voor de terbeschikkingstelling van de Uitzendkracht specifieke scholing en/of instructies

vereist zijn, dan worden deze uren als gewerkte uren in rekening gebracht aan de Inlener.

17.9. Indien de Inlener zonder tussenkomst van de Uitzendonderneming huisvesting en/of

bedrijfsmiddelen rechtstreeks ter beschikking stelt aan de Uitzendkracht, is de Inlener zelf geheel

verantwoordelijk en aansprakelijk daarvoor. Inlener vrijwaart de Uitzendonderneming voor enige

aansprakelijkheid hoe ook genaamd en op welke grondslag dan ook ten gevolge van de door de

Inlener aan de Uitzendkracht ter beschikking gestelde huisvesting en/of bedrijfsmiddelen. Inlener zal

alle redelijkheidsnormen en toepasselijke wet- en regelgeving in acht nemen bij de

terbeschikkingstelling van huisvesting en/of bedrijfsmiddelen aan de Uitzendkracht.

17.10. Als de Inlener zijn verplichtingen uit hoofde van dit artikel niet nakomt, is hij gehouden alle directe

en indirecte schade die de Uitzendonderneming als gevolg daarvan lijdt te vergoeden en de

Uitzendonderneming in voorkomend geval te vrijwaren.

Artikel 18. Identificatie en persoonsgegevens

18.1. De Inlener stelt bij aanvang van de terbeschikkingstelling van een Uitzendkracht diens identiteit vast

aan de hand van het originele identiteitsdocument. De Inlener richt zijn administratie zodanig in dat

de identiteit van de Uitzendkracht kan worden aangetoond.

18.2. De Uitzendonderneming is niet aansprakelijk voor enige schade van de Inlener als gevolg van een

nalatigheid van de Inlener om de Uitzendkracht te identificeren. De Inlener vrijwaart de

Uitzendonderneming volledig voor alle schade die voortvloeit uit een onjuiste identificatie, tenzij

deze schade is te wijten aan een opzettelijk of bewust roekeloos handelen van de

Uitzendonderneming.

18.3. Partijen behandelen alle persoonsgegevens van Uitzendkrachten die hen in het kader van de Terbeschikkingstelling zijn verstrekt vertrouwelijk en verwerken deze in overeenstemming met de

bepalingen van de AVG.

18.4. Afhankelijk van de verantwoordelijkheden en werkwijze maken partijen afspraken conform de AVG

inzake onder ander datalekken, rechten van betrokkenen en bewaartermijnen. Wanneer er sprake

is van een gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijkheid maken Partijen nadere afspraken over

onder andere de uitoefening van de rechten van betrokkenen en de informatieplicht. Deze

afspraken worden vastgelegd in een onderlinge regeling.

18.5. De Inlener is ervoor verantwoordelijk dat hij alleen persoonsgegevens aan de Uitzendonderneming

verstrekt of bij haar opvraagt, indien en voor zover de Inlener op grond van de AVG gerechtigd is

deze te verstrekken of op te vragen.

18.6. De Inlener vrijwaart de Uitzendonderneming tegen alle aanspraken van kandidaten,

Uitzendkrachten of overige derden jegens de Uitzendonderneming in verband met een overtreding

door de Inlener van de AVG en vergoedt de daarmee samenhangende kosten die door de

Uitzendonderneming zijn gemaakt.

18.7. In zoverre de Werknemer een tewerkstellingvergunningsplichtige vreemdeling is, zal de

Uitzendonderneming in zoverre wettelijk mogelijk uiteraard, toezien op dan wel zorg dragen voor

legale tewerkstelling. Daarbij baseert de Uitzendonderneming zich op de informatie die de Inlener

verstrekt.

18.8. De Inlener dient zich strikt binnen de beperkingen van de vergunning te houden (werkgever, plaats

van tewerkstelling, geldigheidsduur, functie).

18.9. Op de dag dat de vergunning expireert en er (nog) geen nieuwe vergunning beschikbaar is, eindigt

van rechtswege de Inleenovereenkomst en schiet de Uitzendonderneming niet toerekenbaar tekort

jegens de Inlener en is de Uitzendonderneming evenmin aansprakelijk voor eventuele schade die

de Inlener lijdt.

18.10. De Inlener is zich bewust van het bepaalde in artikel 15 Wav. De Inlener is verplicht om de identiteit

van de Uitzendkracht vast te stellen en de voornoemde documenten ten minste gedurende vijf

jaren in haar administratie te bewaren.

18.11. De Inlener is zich ervan bewust dat hij/zij werkgever is in de zin van de Wav en derhalve bij

constatering van overtredingen van bepalingen van de Wav beboet zal worden op grond van de

Wav. Behoudens opzet of bewuste roekeloosheid van de Uitzendonderneming zal de Inlener alle

aan de Uitzendonderneming opgelegde boetes en eventuele overige schade die de

Uitzendonderneming lijdt vergoeden (met inbegrip van de daadwerkelijk gemaakte kosten voor

juridische bijstand) en zal de Inlener, de Uitzendonderneming in een voorkomend geval volledig

vrijwaren.

18.12. De Inlener zal de Uitzendonderneming te allen tijde vrijwaren voor opgelegde boetes aan en

aanspraken jegens de Uitzendonderneming wegens het niet nakomen door de Inlener van de in dit

artikel genoemde verplichtingen.

Artikel 19. Auto van de zaak en bedrijfssluiting

19.1. Als de Inlener voornemens is de Uitzendkracht een auto ter beschikking te stellen, deelt de Inlener

dit onverwijld mede aan de Uitzendonderneming. Uitsluitend in overleg met de

Uitzendonderneming komt de Inlener met de Uitzendkracht overeen dat de auto privé gereden mag

worden, zodat de Uitzendonderneming hiermee rekening kan houden in de loonheffing. Als de

Inlener dit nalaat is hij gehouden de daaruit voortvloeiende schade, kosten en (fiscale) gevolgen te

vergoeden die de Uitzendonderneming lijdt.

19.2. De Inlener dient de Uitzendonderneming bij het aangaan van de Inleenovereenkomst te informeren

omtrent eventuele bedrijfssluitingen en collectief verplichte vrije dagen gedurende de looptijd van

de Inleenovereenkomst, opdat de Uitzendonderneming deze omstandigheid indien mogelijk, deel

kan laten uitmaken van de Uitzendovereenkomst met de Uitzendkracht. Indien een voornemen tot

vaststelling van een bedrijfssluiting en/of collectief verplichte vrije dagen bekend wordt na het

aangaan van de Inleenovereenkomst, dient de Inlener, de Uitzendonderneming onmiddellijk na het

bekend worden hiervan te informeren. Indien de Inlener nalaat om de Uitzendonderneming tijdig

te informeren, is de Inlener gehouden voor de duur van de bedrijfssluiting onverkort aan de

Uitzendonderneming het Inlenerstarief te voldoen over het krachtens de Inleenovereenkomst en

deze algemene voorwaarden geldende of gebruikelijke aantal uren en overuren per periode.

HOOFDSTUK 3. SLOTBEPALINGEN

Artikel 20. Toepasselijk recht en bevoegde rechter

20.1. Op deze algemene voorwaarden, opdrachten, Inleenovereenkomst en/of andere overeenkomsten

is uitsluitend het Nederlands recht van toepassing.

20.2. Alle geschillen die voortvloeien of samenhangen met een rechtsverhouding tussen partijen, zullen

in eerste aanleg uitsluitend worden berecht door de rechtbank binnen het arrondissement waarin

de Uitzendonderneming is gevestigd.

Artikel 21. Slotbepalingen

21.1. Als enige bepaling uit deze algemene voorwaarden nietig is of wordt vernietigd, zullen de overige

bepalingen van deze algemene voorwaarden volledig van kracht blijven en zullen partijen in overleg

treden teneinde nieuwe bepalingen ter vervanging van de nietige of vernietigde bepalingen

overeen te komen, waarbij zoveel mogelijk het doel en de strekking van de nietige of vernietigde

bepaling in acht zal worden genomen.

21.2. De Uitzendonderneming is gerechtigd om haar rechten en verplichtingen uit hoofde van een

Inleenovereenkomst over te dragen aan een derde. Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, is

het de Inlener niet toegestaan om zijn rechten en verplichtingen uit hoofde van de

Inleenovereenkomst over te dragen aan een derde.